"Het gaat niet van harte."
Dat zei ik tijdens de training van vanavond tegen Erik.
Het ging ook echt niet van harte: géén schwung en g;e;en flow. Maar evengoed snelle tijden!
De afgelopen 2 weken heb ik zó gemakkelijk en soepel gelopen. Vanavond moest ik er veel meer voor werken. Dat maakte dat ik nog bewuster lette op het soepel blijven lopen.
Hoe kwam dat? Ach, het was niet onlogisch. Zondag een cross gelopen en deze week staat wat werk betreft in het teken van de oudergesprekken op school. Interessant, maar wel energie vretend.
Terug naar de training:
We liepen 6x 1200m met telkens 400m pauze. De 1200-tjes gingen in 4.38 t/m 4.20 (gemiddeld 4.27). Dit betekende 3'43” per km.
Dat was dus telkens 3 rondjes in een flink tempo lopen. En elke keer vond ik het eerste rondje maar helemaal niks. Erik begon telkens meteen op kop te sleuren. Maar, gek eigenlijk, telkens kwam ik er na het eerste rondje pas weer "in". Rondje 3 was continu de beste. Vervolgens merkte ik dan tijdens het pauzerondje hoe zwaar het was. Een goede training, hoor! En heel interessant natuurlijk. Niet de vorm voelen, maar toch snel lopen. Ook dat lijkt me progressie boeken.
Ter vergelijking: op 14 januari gingen liepen we ook 1200-tjes en liep ik ze in 4.47 gemiddeld (4'00" per km).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten